Investeringsaftrek: nieuwe regels vanaf 1 januari 2025

De nieuwe investeringsaftrek in de praktijk
Vanaf 1 januari 2025 treedt de hervormde investeringsaftrek in werking.
Concreet worden onder meer - de kwalificerende investeringsactiva afgestemd op
- de duurzame transitienoden van vandaag en de toekomst,
- worden de procedurele aspecten gestroomlijnd en
- worden de jaarlijks te indexeren tarieven ingeruild voor vaste tarieven.
Ook maakt de wetgever van de gelegenheid gebruik om de gecombineerde toepassing van de investeringsaftrek en gedeeltelijke vrijstelling van de doorstorting van bedrijfsvoorheffing te beperken (zoals de al eerder ingevoerde bestaande cumulbeperking bij het belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling).

Concrete antwoorden op praktijkvragen.
Aan de hand van praktische voorbeelden worden onder meer de volgende vragen beantwoord:

• Welke modaliteiten van de investeringsaftrek veranderen en welke blijven ongewijzigd?
• Welke nieuwe uitsluitingsgronden worden toegevoegd aan artikel 75 WIB92?
• Welke investeringsactiva komen in aanmerking vanaf 1 januari 2025?
• Welke attesten moeten worden aangevraagd en welke deadlines zijn hiervoor van toepassing?
• Welke vaste tarieven kunnen worden geclaimd vanaf 1 januari 2025? In welke gevallen is er een onderscheid tussen grote en kleine ondernemingen?
• Is het raadzaam om de gespreide investeringsaftrek nog toe te passen voor investeringen in boekjaar 2024?
• Hoe wordt de cumulbeperking concreet toegepast bij een gespreide toepassing van de investeringsaftrek?
• Is de investeringsaftrek voor milieuvriendelijke investeringen in O&O en octrooien interessanter dan het belastingkrediet, of omgekeerd?